Wat is de volgende stap in de ontwikkeling van het energielandschap?

De komende periode gebruiken we om te komen tot een voorkeursopstelling. Dit doen we middels een gedetailleerd onderzoek (de milieueffectrapportage (MER)). Hierin onderzoeken we verschillende windmolen-opstellingen, in combinatie met zonnevelden en de impact daarvan op de omgeving. We willen op basis van onderzoek en in overleg met de omgeving een het optimum vinden tussen de hoeveelheid opgewekte energie en het beperken van eventuele hinder door geluid. De hinder door slagschaduw wordt al tot een minimum beperkt door de eisen die gesteld zijn in het Uitnodigingskader van de gemeente.

Hoe is de omgeving betrokken in deze stap?

Voor het energielandschap is op 17 juli een omgevingsberaad georganiseerd om samen met de omwonenden te komen tot goede onderzoeksvragen voor het energielandschap. Ook hebben we diverse belanghebbenden individueel gesproken en vragen opgehaald.

Een tweede omgevingsberaad en inloopbijeenkomsten organiseren we op het moment dat de scope van het onderzoek bekend is. Dit zal waarschijnlijk in december zijn. De scope van het onderzoek wordt beschreven in de Notitie Reikwijdte en Detail niveau (NRD) die de initiatiefnemers opstellen. Met dit document zijn de kaders van het Milieueffectonderzoek vastgesteld en weten we dus wat we gaan onderzoeken. Bijvoorbeeld hoeveel geluid een bepaalde opstelling van windmolens produceert en hoeveel huishoudens daar last van kunnen hebben. Maar ook wat de impact is op de natuur van verschillende opstellingen.

Wat zijn de gevolgen van de uitspraak van de Raad van state uitspraak voor energielandschap Rijnenburg?

De RvS heeft gesteld dat de landelijke normen voor windmolens in het Activiteitenbesluit niet zijn getoetst via een Milieueffectrapport, en nu niet meer bruikbaar zijn, totdat ze getoetst zijn. De Rijksoverheid geeft aan dat gemeenten lokale normen kunnen opstellen.

Het voordeel hiervan is dat de normen opnieuw tegen het licht worden gehouden. Daar krijgen we betere regels van, die beter zijn te handhaven. De gemeente Utrecht had al een aantal lokale normen gesteld in het Uitnodigingskader Energielandschap Rijnenburg die strenger zijn dan de landelijke normen.

Rijne Energie ziet nu een kans om goed onderzoek te doen, in gesprek te gaan met de omgeving en zo tot maatwerk te komen.

Hoe kunnen we lokale normen vaststellen?

De Gemeente Utrecht kan op basis van het lokale onderzoek naar de effecten van mogelijke opstellingen van windturbines zelf tot een gemotiveerde normstelling komen. Lokale Utrechtse normen moeten zijn voorzien van een actuele, deugdelijke, op zichzelf staande en op de lokale situatie toegesneden motivering. De milieueffectrapportage (MER) biedt deze onderbouwing doordat er veel studies in staan zoals geluidsstudies.

Bij het vaststellen van die normen zullen gezondheidsaspecten (overlast door geluid en slagschaduw) meegenomen worden. Geluid en slagschaduw kunnen hinder geven bij een specifieke groep mensen. Het is niet aangetoond dat die hinder leidt tot gezondheidsschade. Maar het aspect gezondheid nemen we dus mee door specifiek te berekenen hoeveel mensen hinder kunnen ervaren door geluid en slagschaduw. Overigens is er al een lokale norm voor het beperken van slagschaduw tot bijna nul voor gevoelige objecten.

We willen het proces met de omgeving en de resultaten van de Milieueffectrapportage voor het project inzetten om te komen tot ‘Utrechtse normen’ en tot een voorkeursvariant. Omdat dit een specialistische en zorgvuldige onderbouwing behoeft, werken we samen met adviesbureau Pondera. Zij berekenen de gevolgen voor omwonenden van verschillende geluidniveaus bij verschillende opstellingen van windturbines. Uiteindelijk is het aan de Utrechtse gemeenteraad om een keuze te maken en de lokale normen vast te stellen.

Rijne Energie vindt het een voordeel dat de gemeente zelf de regie behoudt over de snelheid en het proces. We kunnen op deze manier doorgaan met de onderzoeken en de omgevingsberaden en we kunnen bovendien veel locatie-specifieker te werk gaan, wat aansluit bij de eisen in het Uitnodigingskader en bij vragen van omwonenden.

Wat zijn de officiële stappen in de ruimtelijke procedure?

  1. NRD: het vertrekpunt, beschrijft de scope van het onderzoek: Wat en hoe
  2. MER: het onderzoek naar de effecten van de verschillende opstellingen van windmolens en zonnevelden
  3. Vergunningen aanvragen: de aanvraag voor een specifieke opstelling (voorkeursalternatief)

Wat staat er in de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD)?

In de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (het vertrekpunt voor de Milieueffectrapportage) beschrijven de initiatiefnemers wat en hoe zij gaan onderzoeken. De notitie beschrijft de scope van het onderzoek: welke opstellingen van windmolens en zonnevelden nemen we mee, en welke milieueffecten onderzoeken we die deze opstellingen veroorzaken?

Procedure: de initiatiefnemers stellen de NRD op, de gemeente publiceert de NRD, inwoners en belanghebbenden kunnen een zienswijze indienen, initiatiefnemers verwerken de inbreng, er is geen besluit van de gemeente(raad) nodig.

De belangrijkste punten uitgelicht:

  • We onderzoeken verschillende opstellingen met 3 tot 8 windturbines en tot 50 hectare zonneveld.
  • Voor zonnevelden onderzoeken we de effecten op landschap en de natuur. De ligging en dichtheid zijn bepalend.
  • Voor windmolens onderzoeken we effecten op mensen (geluid en slagschaduw), op de natuur, het landschap en op de verwachte elektriciteitsopbrengst (MWh). Het effect is sterk afhankelijk van de afmetingen en de posities van de windturbines.
  • Ook bepalen we de geluidbelasting van industrie en snelwegen in de omgeving en laten we zien wat er dan gebeurt met de cumulatieve geluidbelasting door de komst van windturbines.
  • Omdat er zorgen van omwonenden zijn over laagfrequent geluid, nemen we kwalitatief literatuuronderzoek naar laagfrequent geluid mee.
  • Per alternatieve opstelling berekenen we de benodigde stilstand om te kunnen voldoen aan het beperken van slagschaduw tot bijna nul voor gevoelige objecten.
  • Voor de combinatie van zonnevelden en windmolens onderzoeken we of er versterking van de geluidseffecten optreden, bijvoorbeeld door de weerkaatsing van geluid van windmolens door een nabijgelegen groot zonneveld.
  • Ook onderzoeken we of en hoe het mogelijk is om de natuur te versterken.

Hoe kan de Milieueffectrapportage eruitzien?

De Milieueffectrapportage is bedoeld als onderbouwing bij de vergunningaanvraag, om ruimtelijke afwegingen te kunnen maken, en bevat onderzoeken naar de effecten. De onderzoeken zijn soms kwantitatief (bijvoorbeeld het aantal decibel of het aantal gehinderden) en soms kwalitatief (bijvoorbeeld landschap en gezondheid).

Ook komt er een actuele wetenschappelijke beschouwing over gezondheid en windturbines. Vooral het aspect geluidhinder is hierin maatgevend: hoeveel mensen kunnen hinder ondervinden van een bepaalde opstelling. We staan ook stil bij de gezondheidsvoordelen van windturbines. Windturbines zorgen voor een schonere lucht ten opzichte van fossiele energiebronnen. Het RIVM heeft de gezondheidseffecten van duurzame energiebronnen vergeleken met de ‘winst’ die het afbouwen van het gebruik van fossiele brandstoffen op de gezondheid heeft.

Procedure: de initiatiefnemers laten het MER opstellen door een adviesbureau, de gemeente publiceert, de commissie MER geeft advies, omwonenden kunnen zienswijzen indienen. Op basis hiervan stellen de initiatiefnemers een plan op met een voorkeursopstelling.

Hoe kan de vergunning aanvraag eruitzien?

In de vergunningaanvraag komt een onderbouwing van de gekozen voorkeurs alternatief. Weer zal deze variant op omgevings- en milieueffecten getoetst worden.  Het voorkeursalternatief vormt ook de basis van de Bestemmingsplanwijziging. Die wijziging stelt de gemeenteraad vast en is nodig omdat de agrarische bestemming wijzigt in de polders. In de wijziging wordt ook de lokale project specifieke geluidsnorm opgenomen. Zodra de project specifieke geluidnorm is vastgesteld wordt duidelijk of de vergunningaanvraag aan deze normen kan voldoen of dat extra mitigerende maatregelen nodig zijn.

Procedure: De vergunning en de bestemmingsplan wijziging komen ter inzage, inwoners en belanghebbenden kunnen een zienswijze indienen, de gemeenteraad besluit. De vergunning aanvraag en de bestemmingsplanwijziging willen we combineren ten behoeve van de voortgang en het totaaloverzicht. Dit vraagt om een coördinatiebesluit dat door de gemeenteraad genomen wordt.

Veel gestelde vragen over de geluidnorm 

  • Hoe komen we tot een keuze voor een lokale geluidsnorm?

We berekenen per 1 dB-klasse, aflopend van 50 dB Lden tot 37 dB Lden, hoeveel woningen en (ernstig) gehinderden er zijn per alternatieve opstelling van windturbines. Vervolgens zal voor drie verschillende geluidbelastingniveaus (Lden 47, Lden 45 en Lden 44) inzichtelijk worden gemaakt hoeveel mensen er hinder ondervinden en wat voor maatregelen er nodig zijn om de hinder te beperken. Het kan zijn dat het nodig is om in de nacht langzamer te draaien zodat de geluidsbelasting omlaag gaat. Dit laten we per geluidsbelastingniveau zien, waarbij de landelijke norm van 47 dB Lden het hoogste geluidniveau is en 44 dB Lden het laagste.

In een latere fase kan de gemeente een gemotiveerde project specifieke geluidnorm vaststellen (in het Bestemmingsplan), waarbij sprake moet zijn van een goede ruimtelijke ordening en een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. De MER kan hiervoor als bouwsteen worden gebruikt. De gemeente maakt dus een keuze welk geluidsniveau zij in dit gebied, voor dit specifieke project met deze specifieke omgeving, acceptabel acht.

  • Kunnen we niet gewoon de WHO norm van 45 dB gebruiken? Voor het toepassen van welke norm dan ook geldt dat er een nadere onderbouwing nodig is. Deze onderbouwing dient vervolgens te worden voorgelegd aan het bevoegd gezag, die vervolgens een afweging kan maken of het project daarmee ruimtelijk aanvaardbaar is. Dit geldt dus ook voor de WHO-norm.
  • Kunnen we geen andere Europese normen gebruiken? Er zijn geen uniforme Europese normen voor het beoordelen van geluid. Het gaat erom een bepaalde mate van geluidsbelasting te vinden die acceptabel is voor Nederland, passend bij de energiedoelstellingen die we hebben.

Kun je ziek worden van windmolens?

Wetenschappelijke studies, samengevat door het RIVM, tonen geen significante relatie tussen gezondheidseffecten en windturbinegeluid. Wel kunnen windturbines hinder (geluid, zicht, gevoel van onrechtvaardigheid) veroorzaken. Hinder kan zich uiten in irritatie, boosheid en onbehagen.

Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat dat er een verband bestaat tussen de totale hinder en gezondheidsklachten, maar er kunnen nog geen conclusies trekken over de richting van dit verband: hebben mensen die ernstig worden gehinderd door windturbinegeluid meer gezondheidsklachten of worden mensen met gezondheidsklachten meer gehinderd door windturbinegeluid?

Om mensen te beschermen tegen onaanvaardbare hinder moeten exploitanten van windparken voldoen aan wettelijke normen. Bron: RIVM factsheet Windturbines 2021


 

Categorieën Geen categorie