De zon is schoon. De zon is rein. De zon geeft je energie.

Rijne Energie wil zonnevelden, omdat we niet alleen van de wind kunnen leven. De wind levert wel meer energie op, en daarmee meer geld, maar met alleen windmolens redden we het niet in Utrecht. Bovendien is de dichtheid van zonnevelden hoger, waardoor ze minder ruimte gebruiken. Nadeel is wel dat de grond in Rijnenburg niet meer voor iets anders gebruikt kan worden. Daarom bij voorkeur langs snelwegen, in knooppunten, op daken of wellicht drijvende panelen op de Nedereindse plas.

De inrichting van het energielandschap komt voort uit de keuze uit een van de scenario’s die Rijne Energie en Eneco samen met de Omgevingswerkgroep gaan maken. De scenario’s zullen verschillen in wel/geen windmolens, productie, minimaal voldoen aan wettelijke regelgeving of juist meer. De gemeenteraad in Utrecht bepaalt uiteindelijk welk scenario verder onderzocht mag worden.

Hoe ziet Rijne Energie zonnevelden in Rijnenburg voor zich?

Rijne Energie ziet zonnevelden als een goede mogelijkheid om samen met windmolens efficiënt en effectief duurzame energie op te wekken in de regio Utrecht. Als de zon schijnt, waait het minder hard en als het waait, schijnt de zon minder. Door deze combinatie van zon en wind creëren we een stabielere stroomvoorziening. Rijnenburg is door zijn ligging zeer geschikt voor grootschalige opwek van duurzame energie. Ook heeft de gemeente zich ten doel gesteld om in 2030 klimaatneutraal te zijn.

Rijne Energie heeft daarom ambitieuze doelstellingen voor de opwekkingscapaciteit van de regio. Wij denken dat de huidige krappe 3% duurzame energie die de gemeente Utrecht nu opwekt, naar minstens 10% in de komende jaren kan groeien. We willen stroom opwekken voor ten minste 60.000 huishoudens – vergelijkbaar met het aantal huishoudens in de omliggende wijken. Daarvoor zijn zowel zonnevelden als windmolens nodig.

Een interessant artikel dat letterlijk zichtbaar maakt hoe groot de opgave is om genoeg energie te hebben en klimaatverandering af te remmen, kun je hier lezen.

Wat zijn de kansen voor grootschalige zonne-energie middels de postcoderoos?
Zonne-parken kunnen gefinancierd worden met SDE+ subsidie of met de Regeling Verlaagd Tarief energiebelasting (RVT).
De RVT is een manier om grootschalige energieopwekking mogelijk te maken waarbij omwonenden (die in hetzelfde postcodegebied wonen als waar de energieopwekking staat, of in een aangrenzend postcodegebied) investeren én financieel profiteren: de zogenaamde postcoderoos.
Vooral zonne-energieprojecten worden momenteel op deze manier uitgevoerd. In de regio Utrecht gebeurt dat bijvoorbeeld door Buurtstroom, een initiatief van Energie-U.
In het land wordt op enkele plekken nu geprobeerd om ook een windmolen op deze manier te financieren. Voor Rijnenburg is dat wellicht ook een mogelijkheid.

Aan deze methode zitten voor- en nadelen. Voordeel is de directe en langdurige betrokkenheid van omwonenden bij hun eigen energieopwekking. Nadeel is dat er voor grootschalige opwekking heel veel deelnemers gevonden moeten worden, die bovendien bereid zijn te investeren én dat voor 15 jaar te willen doen (of ermee akkoord gaan dat ze hun aandeel doorverkopen als ze bijvoorbeeld zelf uit het gebied verhuizen).
Andere methoden, zoals de SDE+-regeling, kennen geen geografische en financiële drempel.

Hoeveel kun je opwekken met zonneparken?
Omdat er nog niets bekend is over de inrichting van het landschap en de hoeveelheid zonnepanelen die gewenst zijn, kunnen we hier voor Rijnenburg nog niets concreets over zeggen. Voor de beeldvorming geven we hier een indicatie van een opwekcapaciteit van een veld van 10 MW zonnepanelen.

Kosten:
De kosten van zonneparken (grondopstelling) bedragen momenteel nog ca 900 euro/kW, maar dit bedrag zal de komende 1-2 jaar naar verwachting dalen naar ca 700-800 euro/kW.


Stroomopbrengst:
Per hectare (100×100 m) kan in een oost-west opstelling ruim 1.000 kW geplaatst worden  Voor 10 MW is dus 10 ha nodig.
De stroomopbrengst is per kW / per jaar ca 900 kWh. Dat betekent in ons rekenvoorbeeld een stroomopbrengst van 9.000.000 kWh.
Per hectare (dus 100 x 100 m) is dat goed voor 900.000 kWh/jaar, oftewel stroom voor 300 huishoudens.

Rijnenburg is ongeveer 1000 ha groot. Stel dat 10% van het grondgebied, d.w.z. 100 ha, gebruikt wordt voor zonnevelden, dan resulteert dat in opgesteld vermogen van 100 MW. Hiermee kunnen 30.000 huishoudens van duurzame energie worden voorzien.

Is zonne-energie wel haalbaar?
Er zijn 25.000 zonnepanelen nodig om evenveel stroom op te wekken als één windmolen. Voor dezelfde energieproductie van bijvoorbeeld 10 windmolens, moet de helft van het gebied van Rijnenburg bedekt worden met zonnepanelen. Een ander nadeel van alleen zonnevelden is  dat de grond voor de landbouw niet meer te gebruiken is. Wel kunnen er dieren tussen grazen, zoals schapen.

In Nederland is er bovendien meer wind dan zon. Zonnepanelen werken in ons land ongeveer 1000 uur per jaar op vol vermogen. Windmolens draaien 3000 uur op vol vermogen, dus drie keer zoveel.

Zonnepanelen hebben daarnaast meer subsidie nodig en hebben een langere terugverdientijd dan windmolens, omdat ze minder efficiënt zijn. Ondanks dat zonnepanelen beter en goedkoper worden, is het verschil met windmolens nog steeds erg groot. Meer over dit financiële verschil kunt u lezen in een brief van de minister van Economische Zaken en een onderzoeksrapport daarover. Die kunt u op deze website vinden.
Echter, om de doelstelling ‘14% van de energie in Nederland  is duurzaam opgewekt in 2020’ en het Utrechtse doel om in 2030 klimaatneutraal te zijn te halen,  zijn zowel windmolens als zonnevelden nodig. Zou er besloten worden alleen windmolens te plaatsen, dan komt er gegarandeerd meer weerstand vanuit de omgeving. Een juiste combinatie van wind en zon is in Rijnenburg van belang. Windmolens en zonnepanelen bijten elkaar gelukkig niet, sterker nog:  Ze vullen elkaar ook mooi aan. Als het waait, schijnt de zon minder, en als de zon schijnt, waait het vaak minder.

Hoe kunnen zonnevelden in Rijnenburg eruit zien?
De inrichting van het energielandschap komt voort uit de keuze uit een van de scenario’s die Rijne Energie en Eneco samen met de Omgevingswerkgroep gaan maken. De gemeenteraad in Utrecht bepaalt uiteindelijk welk scenario verder onderzocht mag worden.

Zonneparken nemen het grondgebied vrijwel geheel in beslag. Eronder zal niet veel meer groeien, zeker niet bij een oost-west opstelling. Wat veel gebeurt is dat schapen grazen tussen de zonnepanelen door, zodat de grond ook onderhouden wordt (zie foto). De combinatie met recreatie is lastig want zonneparken zijn hoogspanningsinstallaties. Er staat normaal gesproken een hek omheen staat t.b.v.de veiligheid. Zonnevelden kunnen landelijk redelijk goed ingepast worden. Door er bijvoorbeeld een 4 meter hoge bomenhaag omheen te zetten, kan het zonnepark aan het zicht onttrokken worden.

Hoe kunnen we zonnevelden integreren in de toekomstige woningbouw?
Zonneparken hebben als voordeel dat je ze niet hoort en als je ze afschermt met een haag ook niet ziet. Dus een zonnepark kan redelijk goed vlakbij een woonwijk. Een windpark is echter gebonden aan andere richtlijnen en zal er een grotere afstand tussen bewoning en windpark nodig zijn.

Het is niet makkelijk om zonnepanelen te verplaatsen als ze er eenmaal liggen. Eenmalige kosten als installatie/de-installatie, netaansluiting, vergunningen e.d. zijn bij elkaar te groot om dat haalbaar te krijgen. Daarnaast beschadigen de zonnepanelen makkelijk als ze gedemonteerd, getransporteerd en opnieuw geïnstalleerd moeten worden.

Hoe duur zijn zonneparken ten opzichte van zonnedaken?
Zonnepanelen installeren op land is gemiddeld niet duurder dan installeren op een dak. Het hangt af van de projectspecifieke situatie. Op land kunnen er makkelijker grote vermogens seriematig geïnstalleerd worden en dat scheelt in arbeid en dus in kosten. Daartegenover staat dat er meer kosten zijn voor ondersteuningsconstructie, fundering en hekwerken. Bij installatie op daken zijn dan weer steigers en kranen nodig. Gemiddeld gesproken zijn de installatiekosten van zonnepanelen op dak of veld per MW vergelijkbaar  Bij grote zonnevelden worden de installatiekosten relatief  goedkoper.

Kunnen de zonnepanelen na 15 jaar weggehaald worden, of moeten ze langer blijven liggen om hun investering terug te verdienen?
Voor zowel windmolens als zonnepanelen geldt dat ze minimaal 15 jaar geëxploiteerd moeten worden om de investering terug te kunnen verdienen waarbij de investeerders voldoende rendement ontvangen. Technisch kunnen windmolens en zonnepanelen echter veel langer mee, respectievelijk minstens 20 jaar en, minstens 25 jaar. Het zou zonde zijn (kapitaalvernietiging) om ze na 15 jaar al weer weg te halen. Rijne Energie ziet dan ook liever dat de zonnevelden in de toekomstige woonwijk geïntegreerd worden.

Wat zijn de voordelen van zonnevelden ten opzichte van windmolens?
Zonnevelden zijn minder zichtbaar uit de verte. Het is een kwestie van smaak wat je mooier vindt: zonnevelden of windmolens.

Rijne Energie wil met bewoners en belanghebbenden kijken naar een logische locatie voor zon. Rijne Energie denkt zelf aan die plaatsen in de polder waar het laatst gebouwd gaat worden. Daarnaast zijn drijvende panelen op de Nedereindse Plas een goede mogelijkheid.

Wat zijn de mogelijkheden voor drijvende panelen op de Nedereindse plas?

Eén van de mogelijkheden om in Rijnenburg duurzame energie op te wekken, is met drijvende zonnepanelen op de Nedereindse Plas.
De plassen zijn vervuild en hebben momenteel geen openbare functie. Dit kan wellicht veranderen wanneer de plassen schoner worden en ze in het beheer komen van het Recreatieschap.
Wellicht worden de plassen door bewoners en gebruikers van het gebied als een goede locatie voor zonne-energie aangemerkt. In dat geval ontwikkelt Rijne Energie een plan voor drijvende zonnepanelen op deze plas. De bedoeling is dat bewoners kunnen participeren in dit drijvende zonnepark.

Een paar cijfers op een rij:
Westelijke plas: 240 x 500 m = ~ 16 MWp
Oostelijke plas: 250 x 375 m = ~ 13 MWp
Samen levert dit ca. 30.000 MWh/jaar op
Dit is genoeg stroom voor ca. 10.000 huishoudens

drijvende panelen